Binnenmaas

Op de onderstaande geografische kaart van de Hoeksche Waard kunt u exact zien waar de molens zich bevinden

Stichting Molens Hoeksche Waard

Doelstelling

De doelstelling van de Stichting Molens Hoeksche Waard (SMHW) is het bevorderen van de instandhouding van de windmolens in de Hoeksche Waard. Dat wordt onder meer bereikt door:

  • het bedrijfsklaar maken, onderhouden en exploiteren van de molens;
  • het beheer van de molens;
  • het verzamelen van historische gegevens over deze objecten;
  • het stimuleren van de belangstelling voor de molens;
  • het aanstellen en begeleiden van de vrijwillige molenaars;
  • de coördinatie van alle molenactiviteiten en de beleidsvoering daarvan;
  • het in eigendom verkrijgen van alle binnen het grondgebied gelegen molens.

Deze doelstelling is voor het bestuur van SMHW de basis voor het te voeren beleid. Het (laten) verrichten van onderhoud binnen de beschikbare middelen aan alle molens heeft de hoogste prioriteit.

Statuten SMHW sinds 6.11.2018 

2023 Afschrift akte statutenwijzing

Bestuur

Het bestuur is als volgt samengesteld:

  • J.C. Booden, voorzitter
  • C. A. Mouthaan, vicevoorzitter (molenaarszaken)
  • R.M. Belder, secretaris
  • A. Kooman, penningmeester
  • J. van den Berg, bestuurslid (onderhoud en restauratie, SIM en RI&E)
  • H.G. Grimberg, bestuurslid (RI&E en biotoopzaken)
  • G. Rooimans, bestuurslid (biotoopzaken)
  • Mw. M.P. Sonneveld-Riper, bestuurslid
  • J.M.T. Valk, bestuurslid

Adres

Postadres secretariaat: Stichting Molens Hoeksche Waard, Postbus 5525, 3270 AA Mijnsheerenland.

ANBI

De Stichting Molens Hoeksche Waard heeft de status van culturele ANBI instelling (Algemeen Nut Beogende Instelling). Giften aan de stichting zijn fiscaal aftrekbaar. Het RSIN nummer is: 8015.39.134.

Het ANBI formulier van de Stichting: ANBI info final

Beloningsbeleid

Het beloningsbeleid is vastgelegd in de statuten, Artikel 4, lid 5: “De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten”.