Binnenmaas

Op de onderstaande geografische kaart van de Hoeksche Waard kunt u exact zien waar de molens zich bevinden

Molenbiotopen

Een molenbiotoop is de vrije omgeving rondom een molen die nodig is om de molen te laten functioneren: draaien en malen. Dat is de voorwaarde om voor overheidssubsidie in aanmerking te komen. Wanneer hieraan niet wordt voldaan, zullen rijks- en provinciale overheden in beginsel geen restauratiesubsidie beschikbaar stellen.

Er zijn normen gesteld die bepalen welke obstakels in de omgeving van de molen aanvaardbaar zijn. Destijds is voor het landelijk gebied de z.g. 1:100 regel vastgesteld. Voor het stedelijk gebied geldt de 1:30 regel. Deze regel houdt in dat, uitgaande van de 1:100 regel, de eerste 100 meter van de molen obstakelvrij moet zijn, terwijl elke volgende 100 meter een obstakel één meter per 100 meter hoger mag zijn en obstakels op meer dan 400 meter van de molen niet meer als hinderlijk worden beschouwd. Voor de 1:30 regel voor het stedelijk gebied gelden dezelfde verhoudingen.

Een goede molenbiotoop staat garant voor:

  • een zo vrij mogelijk zicht op molens, hetgeen van grote landschappelijke en cultuurhistorische waarde is;
  • een vrije windvang, zodat de molens verantwoord kunnen draaien en malen;
  • een onbelemmerde watergang, waar het de poldermolens betreft;
  • vanuit de molen goed zicht op aankomend (slecht) weer.

Werkgroep Molenbiotoop 

Sinds 2019 werkt onder de paraplu van onze stichting de Werkgroep Molenbiotoop Hoeksche Waard, die zich met de molenbiotoop van de molens in de Hoeksche Waard bezig houdt.  De doelstelling van de Werkgroep is ‘het behoud en zo mogelijk verbeteren van de molenbiotoop van molens in de Hoeksche Waard. Molens passen daarbij zoveel mogelijk in het dorpsschoon en/of het polderlandschap, rekening houdend de flora en fauna’.

De voorzitter van de werkgroep, Gee Rooimans, bestuurslid van onze stichting, legt voorstellen van de werkgroep ter besluitvorming voor aan het bestuur van SMHW. In 2020 heeft de werkgroep een z.g. kapstoknotitie opgesteld, die het bestuur van de Stichting Molens Hoeksche Waard als uitgangspunt heeft aanvaard. De notitie gaat uit van het toepassen van een maximale biotoop. De Werkgroep vindt dat daaraan onverkort vastgehouden moet worden. Met name bij verbouwing zal in beginsel niet gekeken worden naar de historisch gegroeide situatie. Bij restauratie en renovatie van gebouwen zal zij kijken naar de verbetering van de molenbiotoop.

Verder wordt in de notitie ook stil gestaan bij de toekomstige begroeiing die eigenaren van panden gaan aanbrengen. Nieuwe aanplant wordt in de aanpak betrokken, omdat ook ‘het groen’ aan de molenbiotoop zal moeten voldoen. Bij plannen om van landbouwgebied terrein voor woningbouw te maken zal het bestuur geen afwijking van de molenbiotoop bepleiten. Compensatie, zoals die nu vaak bij nieuwbouw of verbouw aan de orde is, wordt sterk ontraden. Er kunnen zich, na een gedegen motivatie, situaties voordoen op grond van stedenbouwkundige of architectonische redenen waardoor een compensatie bespreekbaar kan zijn.

Het document is toegestuurd aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hoeksche Waard. Over deze notitie en actuele bouw- en beplantingsplannen zal de Werkgroep Molenbiotoop Hoeksche Waard begin 2021 in gesprek gaan met de gemeente.

De volledige tekst van de notitie van de Werkgroep Molenbiotoop: De toepassing van de molenbiotoop in de praktijk van alle dag