Korenmolen Windlust Goudswaard

Algemene informatie


Nummer: 89
Naam: Windlust
Plaats: Goudswaard
Adres: Molendijk 63
Gemeente: Hoeksche Waard
Provincie: Zuid-Holland
Molencategorie: Windmolen
Type: Ronde stenen grondzeiler
Maalvaardig: Ja
Bouwjaar: 1694
Eigenaar: Stichting Molens Hoeksche Waard
Molenaar: Jan Engelen, tel 06 5199 6789
Nevenmolenaar(s):
Sleutelhouder: C.J. Stolk, tel. 0186 692321

Technische informatie


Vlucht: 22,50
Wieksysteem: Oud-Hollands
Binnenroede: 22,50, ijzer gelast, fabr. Koppes, nr. 0014, bouwjaar 2017
Buitenroede: 22,50, ijzer geklonken, fabr. Pot, nr. 2379, bouwjaar 1916
As: Gietijzer, fabr. De Prins van Oranje te 's-Gravenhage, nummer 1132, bouwjaar 1877, lengte 4,90 meter.
Vang: Losse Vlaamse blokvang met 4 stukken, vangbalk met haak, vangstok, kneppel, pal
Bovenwiel of aswiel: Bovenwiel 56 kammen
Overige molen- of aandrwielen: Bovenschijfloop: 25 staven, steek 13,0 cm.; spoorwiel : 66 kammen; steenschijflopen 24 staven; overbrengingsverhouding 1 : 6,16
Belt- of stellinghoogte:
Kruiwerk: Houten rollenkruiwerk met 54 rollen, kruirad
Biotoop: Matig
Rijksmonumentnummer: 17063
Specificaties: Inrichting: twee koppels 16der kunststenen (waarvan één elektrisch aangedreven), sleepluiwerk en een elektrisch aangedreven mengketel en elevator.

De Windlust in Goudswaard is in 1694 gebouwd in opdracht van Bastiaan Arentszn Lansert, wiens initialen (BAL) op het gevelsteentje zijn aangebracht. Bij de bouw van de molen is gebruik gemaakt van onderdelen van een vroegere standerdmolen. Er zijn nog balken te zien van de kast van de standerdmolen, compleet met teer. Ook is nog één van de teerlingen te zien aan de zuidkant van de molen, net boven het maaiveld. Het is bekend dat er op deze plaats al sinds de 15e eeuw een molen moet hebben gestaan.

In 1945 stopte toenmalige molenaar/eigenaar C. Roels met het malen van graan. Roels was een vooruitstrevend man, die altijd zeer goed voor de molen zorgde. Hij zat daarnaast in het bestuur van de ‘eilandenafdeling’ van de Algemeen Nederlandsche Molenaarsbond. Ook handelde hij in graan op de Rotterdamse beurs. Naar verluidt is er vroeger in de molen ook gepeld. In de schuur van de molenaarswoning stond een dubbele maalstoel, aangedreven door een Tangye petroleummotor. Ook was daar de stal voor het paard. Alle maalgoed en meel was opgetast in zakken van minstens 50 kg. Volgens Roels moest alles zo staan ‘dat het hondje er tussendoor kon’ om muizen te vangen. Er werd in die dagen (jaren ’30 en ’40) een productie van 10 ton per week gedraaid, door Roels en zijn knecht Henk Konijnendijk. Als de wind wegviel werd alles naar de schuur gebracht om met de motor gemalen te worden.

Tijdens de watersnoodramp van februari 1953 diende de molen als schuilplaats. Er zaten tientallen mensen in. Het stuk dijk waar de molen stond en ook het smalle dijkje langs het Binnenspui golden als zeer stevig (en zijn inderdaad niet doorgebroken). In 1960 werd de inmiddels vervallen molen eigendom van de gemeente Goudswaard, die hem in 1962/63 liet restaureren. Tijdens die restauratie gebeurde een ongeluk dat slechter had kunnen aflopen: een flink deel van de stenen romp stortte tijdens het werk in en daarbij werden twee molenmakers onder het vallende puin bedolven. De molen zelf stortte gelukkig niet in (hoewel het ontstane gat best groot was) en beide molenmakers herstelden vrij snel van hun verwondingen. Niet alleen het metselwerk, maar ook de kap is bij die gelegenheid grondig onder handen genomen. Veel van de oorspronkelijke inrichting was op dat moment overigens al verdwenen.

In 1978 volgde een herstelbeurt waarbij onder meer een roede werd vervangen. Helaas verwijderde men toen ook de witlaag van de romp. Daarmee verdween de harde verweringslaag van de gele IJsselsteentjes, zodat de romp thans minder waterdicht is dan voorheen. Van 1992 tot 1994 heeft Robert-Jan Prins enige tijd beroepsmatig gemalen. Hiertoe werden onder meer een tweede koppel (elektrisch aangedreven) maalstenen, een houten elevator, een mengketel en een pletwals aangebracht. Op aanwijzing van de vroegere molenaarsknecht Henk Konijnendijk (die hier in de jaren ’70 vaak als vrijwillig molenaar optrad), werden diverse zaken zoveel mogelijk naar de oorspronkelijke situatie hersteld. Ook de kleurstelling van het wiekenkruis werd weer de juiste.

In november 2015 kreeg de molen een draaiverbod wegens de matige staat van beide roeden. Bij deze dicht langs de openbare weg gelegen molen zou dit tot problemen kunnen leiden. Op 12 juni 2017 zijn de roeden gestreken om elders grondig te worden nagekeken. Op 20 december 2017 werd de herstelde Potroede opnieuw gestoken en kreeg de molen een nieuwe gelaste binnenroede. Ondertussen was men in juni begonnen aan het metselwerk. Daartoe stond de molen langere tijd in de steigers. Verder is destijds herstel verricht aan kap en staartwerk, waaronder nieuwe lange schoren. In september 2018 droeg de gemeente Korendijk de molen, samen met die van Piershil, voor een symbolisch bedrag over aan de toenmalige Stichting Molens Binnenmaas (SMB), die daarmee in het bezit kwam van alle gemeentelijke molens in de Hoeksche Waard. Op 6 november 2o18 veranderde daardoor de naam van de SMB in Stichting Molens Hoeksche Waard (SMHW).

In de afgelopen jaren zijn er plannen gemaakt om de korenmolen Windlust weer maalvaardig te maken. Het bestuur van de Stichting Molens Hoeksche Waard heeft in zijn vergadering van 24 maart 2023 ingestemd met dat project. De totale kosten van het maalvaardig maken bedragen € 31.000. Het beperkte bedrag dat nog ontbreekt zal de molenstichting vóór financieren. Begin 2024 waren de werkzaamheden voor het maalvaardig maken vrijwel voltooid.